Salo Muller
Salo Muller (Amsterdam, 29 februari 1936) is een Nederlands fysiotherapeut, journalist en publicist. Hij werd vooral bekend als fysiotherapeut bij AFC Ajax.
Salo Muller is de zoon van Lena Blitz (Amsterdam, 20-10-1908) en Louis Muller (Amsterdam, 20-7-1903). Salo heeft in de Tweede Wereldoorlog als Joods kind vanaf 1942 ondergedoken gezeten nadat hij vanuit de crèche in de Amsterdamse Schouwburg werd gered. Zijn beide ouders zijn omgekomen in het nazi-vernietigingskamp Auschwitz. Over zijn belevenissen in de oorlogsjaren schreef hij het boek ‘Tot vanavond en lief zijn hoor’. Dit waren de laatste woorden die zijn moeder tegen hem sprak toen ze hem bij de kleuterschol afzette.
Toen de oorlog voorbij was werd hij door zijn tante teruggehaald naar Amsterdam. Daar had hij als tienjarige enige aanpassingsproblemen en hij maakte zijn middelbare school niet af . Nadat hij van het lyceum gestuurd was belandde hij uiteindelijk op een opleiding voor heilgymnast/masseur. Zijn leraar, de heer Rodenburg, was verzorger van Ajax en was van Muller onder de indruk. Via Rodenburg kwam Muller bij Ajax in dienst als assistent en vanaf 1960 als fysiotherapeut. Salo Muller bleef aan Ajax verbonden tot 1972. Hij maakte de opkomst van het elftal mee tot de gouden jaren. Hij was er bij toen Ajax de Europacup I won en fungeerde naast masseur als gesprekspartner van alle spelers.
Na Ajax richtte hij zich op het opbouwen van zijn fysiotherapie praktijk. Hij was daarnaast dertig jaar lang hoofdredacteur van het blad voor de fysiotherapie, Fysioscoop, en schreef een tweetal boeken over blessures. In 2006 verscheen zijn boek Mijn Ajax, over zijn belevenissen bij Ajax tussen 1969 en 1972. In 2007 verscheen Blootgeven, een boek over zijn werk als fysiotherapeut. Muller beschrijft hierin een groot aantal van zijn bijzondere patiënten.